Bijzondere Luxemburgers

Bekende en erkende Luxemburgers

Belgisch Luxemburg telt amper 260.000 inwoners, maar het aantal bijzondere inwoners is niet te onderschatten. Koningin Mathilde bijvoorbeeld, is afkomstig van Bastogne. En er zijn nog enkele mensen die geschiedenis hebben geschreven, elk op hun manier. Hierbij een klein abc’tje om er een aantal op een rij te zetten.

A… van Philippe ALBERT

Philippe Albert, geboren op 10 augustus 1967 in Bouillon, is de meest bekende voetballer van de provincie. Hij was één van de straffe Rode Duivels op het WK van 1994 en hij was een verdienstelijke centrale verdediger bij KV Mechelen, Anderlecht en Newcastle. Sinds 2000 is hij voetbalcommentator bij de televisie.

 C… van Albert CLAUDE

Met Albert Claude, geboren in Longlier op 23 augustus 1898 en overleden in Elsene op 22 mei 1983, telt onze provincie een Nobelprijswinnaar. Deze biochemicus was een pionier op het gebied van moleculaire biologie. In 1974 ontving hij de Nobelprijs voor de Fysiologie en Geneeskunde, samen met Christian de Duve en George Emil Palade, voor het beschrijven van organellen in biologische cellen.

De gemeente Neufchâteau heeft een straat naar hem genoemd, vlakbij zijn geboorteplaats. Een straat in Athus, de stad van zijn jeugd, draagt ook zijn naam.

D… van Edmond DAUCHOT

Als geboren « Carolo » (zo noemt men de inwoners van Charleroi), kunnen we Edmond Dauchot (1905-1978) beschouwen als een echte lofzanger van de Belgische Ardennen. Deze fotograaf, poëet en graveerder werkte tot 1930 in de steenfabriek van zijn ouders. In 1934 liet hij alles achter en vertrok naar het pittoreske Ollomont (vlakbij Nadrin), om er in de pastorie te gaan wonen.

Daar begon hij aan zijn levenswerk, dat een gigantische fotografische getuigenis werd van de Ardennen uit die tijd. Uitgerust met een Rolleiflex, één van de eerste draagbare fototoestellen, trok hij onvermoeibaar rond in de streek van Ollomont waar hij het dagelijkse, vaak ruwe en zware leven van de Ardenners, fotografeerde.

Landschappen, uitzichten en portretten, … de binding die Dauchot had met de Ardennen is terug te vinden in zijn zwart-wit foto’s. Terwijl hij zelf heel bescheiden was over zijn artistieke kunsten, worden zijn foto’s nu beschouwd als esthetische hoogstandjes.

Al voor de oorlog zag Edmond Dauchot de fundamentele veranderingen in het landelijke leven waar hij zoveel van hield. Het toerisme, de modernisatie en de naoorlogse sociale veranderingen zorgden voor het verdwijnen van ambachten en gebruiken. Meer dan een verzameling pittoreske en folkloristische plaatjes, is het werk van Dauchot een ware etnografische getuigenis. Hij maakte aantekeningen bij de beelden en rangschikte ze methodisch in mappen. Bij elk beeld schreef hij de datum en de plaats, en ook vaak de naam van de gefotografeerde persoon.

E... van Ermesinde

Ermesinde werd geboren in 1186 als enig kind van Agnes van Gelre en de toen 74-jarige Hendrik de Blinde. Hendrik, die de hoop op de geboorte van een erfgenaam had opgegeven, had zijn neef graaf Boudewijn V van Henegouwen al als opvolger gekozen.

Die kreeg zo een vermogend vorstendom in het vooruitzicht met de graafschappen Luxemburg, Laroche, Durbuy en Namen als omvangrijke erfenis! De tegenstanders van Boudewijn waren echter blij met de komst van Ermesinde.  Boudewijn V voelde zich miskend en begon een oorlog. Keizer Frederik Barbarossa kwam tussenbeide en voor Ermesinde bleven Durbuy en Laroche over.

Tijdens haar eerste huwelijk met Theobald I van Bar kon ze het graafschap Luxemburg terugwinnen. Als 28-jarige weduwe hertrouwde ze met Walram, graaf van Limburg. Samen verwierven ze het markizaat Arlon en slaagden ze erin hun grondgebieden met elkaar te verbinden.

Het wapenschild van de provincie Luxemburg getuigt nog van deze unie met de rode leeuw (Limburg) en de azuurblauwe balken (Luxemburg). Ermesinde, die opnieuw weduwe werd op haar 40e, kon haar gebieden verstevigen dankzij een slim beleid.

Ze verleende stadsrechten aan Echternach in 1236, Thionville in 1239 en Luxemburg in 1244. Onder haar bewind werd het hof Franstalig. Ze liet een abdij bouwen in Clairefontaine (bij Arlon) waar ze later begraven werd.

G… van Godfried van Bouillon

Godfried van Bouillon (1060-1100) was de zoon van Ida van Verdun en graaf Eustaas II van Boulogne. Hij was een afstammeling van Karel de Grote, en net als zijn beroemde voorvader werd hij een legendarisch personage.

Over zijn geboorteplaats wordt er getwijfeld tussen Boulogne-sur-Mer (F) en Baisy (Waals-Brabant). Zijn oom Godfried III (met de Bult) leidde hem op tot ridder in Bouillon en maakte hem tot zijn erfgenaam. Maar de keizer van Duitsland gunde hem de titel van graaf van Neder-Lotharingen niet. Pas nadat Godfried de keizer had geholpen in zijn strijd tegen paus Gregorius VII, werd hij alsnog graaf in 1087. Hij regeerde dus over een graafschap dat zich uitstrekte tussen Frankrijk en de Rijn, en dat Brabant, Henegouwen, Limburg, Namen, Luxemburg en een deel van Vlaanderen omvatte.

In 1095 riep de nieuwe paus Urbanus II op om deel te nemen aan een kruistocht om Jeruzalem te bevrijden en het Byzantijnse Rijk te beschermen tegen de aanvallen van de moslims. Godfried was vrijwel de eerste die deze oproep beantwoordde en werd één van de belangrijkste leiders van de eerste kruistocht. Om zijn vertrek te financieren verkocht hij het kasteel van Bouillon aan Otbert, prins-bisschop van Luik. Hij vertrok op 15 augustus 1096, vergezeld door talrijke heren, waaronder zijn broers, Eustaas en Boudewijn.

undefined

De Kruistochten hadden vooral als doel om het Heilig Land te bevrijden van de moslims en er een Christelijk gezag te laten gelden. Na een moeilijke bestorming van twee dagen werd de stad Jeruzalem ingenomen op 15 juli 1099. Godfried stond op de eerste rij van de aanvallers. De kroon van de koning van Jeruzalem werd hem aangeboden, maar hij weigerde, met het argument dat hij geen gouden kroon op zijn hoofd wilde zetten waar Jezus Christus een doornenkroon moest dragen. Hij aanvaardde wel de titel “Beschermer van het Heilig Graf.

Hij zag zichzelf vooral als dienaar van de Kerk. Godfried overleed op 18 juli 1100. Hij zou vergiftigd zijn tijdens zijn verblijf aan het hof van Caesarea, op de terugweg van een expeditie tegen de sultan van Damascus.

G… van Godefroid Kurth

Godefroid Kurth (1847-1916) werd geboren in Arlon waar zijn Duitse vader politiecommissaris was. Met het Luxemburgs als moedertaal, leerde Godfried Kurth pas op achtjarige leeftijd Frans op school. Hij was een briljante leerling en na zijn studies werd hij hoogleraar aan de Universiteit van Luik. Als Doctor in de historische wetenschappen verwierf hij bekendheid door zijn studies over de middeleeuwen. Ook zijn studies over de geschiedenis van de stad Luik zorgden ervoor dat hij in de herinnering voortleeft.

Toen de Duitsers in 1914 België binnenvielen, besloot hij om zich tegen hen te keren. Hij moest onderduiken en stierf aan een longontsteking. In 1919 verscheen « Le Guet-Apens prussien en Belgique » een boek dat nog niet klaar was toen hij stierf. Het bevat oorlogsfeiten en getuigenissen waaronder die van het bloedbad van Aarschot.

G… van Olivier GOURMET

De Man van Mirwart, geboren in 1963, werd ontdekt in 1996 door de film « La Promesse » van Jean-Pierre en Luc Dardenne. Samen met deze filmregisseurs wordt hij bekend door « Rosetta » in 1999, en in « Le Fils » in 2002 waarmee hij de prijs won van beste mannelijke vertolking op het festival van Cannes. Hij is een graag geziene acteur die geregeld opduikt in Franse films. Tussen twee filmsets door helpt hij zijn vrouw in het hotel dat de familie Gourmet runt in Mirwart.

H… van Saint- HUBERT

Op een dag, in het mythische woud van de Ardennen, verscheen er een groot hert met een kruis in zijn gewei aan een nobele jager, Hubert genaamd. Hubert bekeerde zich en de legende van Saint-Hubert was geboren.

Zijn verering verspreidde zich vanaf de 13e eeuw, van de Noordzee tot aan de Alpen, en van de Rijn tot aan de Loire. Hubert (655-727) was de zoon van Bertrand, graaf van Aquitanië, en van prinses Hugbern, die bij zijn geboorte kwam te overlijden. Hij was bisschop van Maastricht in de 8e eeuw. Zestien jaar na zijn dood werd hij heilig verklaard. Een deel van zijn relikwieën werd in 825 van Luik overgebracht naar het klooster van Andage (het huidige Saint-Hubert). Daar, in het jachtgebied van het Ardense woud, ontwikkelde zich de legende van de bekeerde jager en de genezer van hondsdolheid. Het stadje Saint-Hubert viert elk jaar, op 3 november, zijn naamdag.

J… van JAN de Blinde Graaf van Luxemburg, Koning van Bohemen

Deze Jan (1296-1346) bezat een weids grondgebied: het graafschap Luxemburg, de Bohemen en Moravië (het huidige Tsjechië), Silezië (het huidige Polen), en Lausitz (het noordoosten van Duitsland). Hij was schoonbroer, schoonvader en grootvader van maar liefst drie Franse koningen, en beïnvloedde de geest van zijn tijdgenoten zoals Petrarca, Froissart of Guillaume de Machaut. Hij doorkruiste Europa te paard en nam deel aan talrijke slagvelden, waaronder zijn laatste in Crécy in augustus 1346.

K… van onze meest bekende kunstschilders: Outer, Barthélémy, Raty, Howet…

Het is onmogelijk om hier alle schilders van de Ardennen op te noemen. We noemen enkele grote namen:

Nestor Outer, werd geboren in Virton op 2 april 1865. Hij volgde les aan de Academies van Leuven en Brussel. In 1890 werd hij tekenleraar in zijn geboortestad, waar hij nota bene Camille Barthélemy als leerling had. Als een ware oorlogsverslaggever gaf hij via zijn aquarellen een getuigenis van de gruweldaden van augustus 1914. Nestor Outer werd gedeeltelijk verlamd en overleed in Virton op 30 april 1930.

Camille Bathélémy (1890-1961) was een leerling van Nestor Outer. Hij werd geboren in Saint-Mard en leefde en werkte in Chiny en in Chameleux. Hij wilde zo dicht mogelijk bij de natuur zijn. Als graveerder (met droge punt), schilder (olie, aquarel) en tekenaar, bracht hij het liefst de Ardennen en de Gaumse landschappen in beeld.

Marie Howet werd geboren op 24 maart 1897 in Libramont en overleed in Rochehaut… op 24 maart 1984. Als expressionistisch schilder, bekend door haar portret van Jules en Marie Destrée, kwalificeerde ze zichzelf als Latijns artiest van de Ardennen. Ze was de eerste vrouw die de prijs van Rome won in 1922, en als vriend van Matisse, Delvaux en Magritte, was ze één van de weinige vrouwelijke artiesten die internationale bekendheid had verworven.

Albert Raty werd doofstom geboren in 1889 in Bouillon. Hij verliet zijn Ardennen om op vijfjarige leeftijd naar het instituut voor doofstommen van Brussel te gaan. Daar werd zijn artistiek talent al snel ontdekt. Hij volgde artistieke studies aan de academie Ernest Blanc-Garin in Brussel en aan de Académie de la Grande Chaumière in Parijs bij Lucien Simon.

Na geschilderd te hebben in Bretagne en in Aveyron won de Ardennen en vooral de vallei van de Semois hem weer voor zich terug. Het landelijke Ardense leven verscheen op zijn doeken. Zijn palet vulde hij vooral met bruin, oker en groen, om zo zijn ruwe en mooie geboorteland, gemaakt van rotsen, bossen en rivieren, te kunnen weergeven. Albert Raty overleed op 17 mei 1970 in Vresse-sur-Semois. 

L… van Etienne LENOIR

Etienne Lenoir zag voor het eerst het daglicht op 16 december 1822 in Mussy-la-Ville. Op 16-jarige leeftijd verliet hij het land om naar Parijs te gaan. Hij was een heel getalenteerde uitvinder die al snel terecht kwam bij het onderzoekscentrum CNAM (Centre National des Arts et Métiers). In 40 jaar tijd vroeg hij niet minder dan 80 octrooien aan. Het belangrijkste patent was voor zijn verbrandingsmotor die werkte op stads- of lichtgas dat in Parijs overal verkrijgbaar was.

In september 1863 liet hij zijn Hippomobile rijden met een op waterstofgas aangedreven motor van 1,5 pk. Het traject van 18 km, van zijn atelier in de rue de la Roquette (Parijs) naar Joinville-le-Pont en terug, duurde drie uur. Hij kreeg een onderscheiding van het Franse erelegioen en stierf in 1900.

M… van Koningin MATHILDE

Geboren op 20 januari 1973 in Ukkel, bracht Mathilde Marie Christine Ghislaine d’Udekem d’Acoz haar jeugd door op het landgoed van haar familie in Losange en liep school in Bastogne. In 1999 trouwde ze met kroonprins Philippe. Na de troonsafstand van haar schoonvader, Albert II, werd ze op 21 juli 2013 de zevende koningin der Belgen.

M… van Maurice Grevisse

Maurice Grevisse, geboren in Rulles op 7 oktober 1895, was een Belgisch grammaticus van de Franse taal. Maurice was voorbestemd om de smederij van zijn vader over te nemen. Maar al snel werd het hem duidelijk dat hij leerkracht wilde worden. Hij volgde les aan de normaalschool van Malonne en werd leraar Frans aan de pupillenschool van het leger in Marneffe.

Tijdens deze periode leerde hij op zichzelf Latijn en Grieks waarna hij klassieke filologie studeerde aan de Universiteit van Luik. Hij merkte dat de bestaande grammaticaboeken niet voldeden aan de noden van het onderwijs en ontwikkelde zelf een nieuwe handleiding voor de Franse taal genaamd “Le Bon Usage”.

Het werd een enorm succes. Nobelprijswinnaar van de Literatuur André Gide, en Paul Robert van de Dictionnaire Le Robert, beschouwden de handleiding als de beste in zijn soort. Het Instituut Jules Destrée zette Maurice Grevisse op de lijst van de 100 Grootste Walen van de eeuw.

Maurice Grevisse overleed op 4 juli 1980, nadat hij de teugels van Le Bon Usage had toevertrouwd aan zijn schoonzoon, André Goosse. Zijn “Bon Usage” is ondertussen aan de 15e editie toe en is nog steeds DE referentie op gebied van de Franse spraakkunst.

M… van Maxime MONFORT

Maxime Monfort is één van de beste Belgische wielrenners van het moment. Hij is geboren op 14 januari 1983 in Bastogne en heeft zijn jeugd doorgebracht in Nadrin, in de streek van Houffalize. Hij begon zijn carrière als prof in 2003. In 2015 rijdt onze klim- en tijdritspecialist bij het “Lotto-Soudal” team.

N ... van Amélie Nothomb

Amélie Nothomb, geboren op 9 juli 1966 als Fabienne Claire, is de dochter van een Belgische ambassadeur en het achternichtje van de politicus Charles-Ferdinand Nothomb.

Ze heeft haar jeugd achtereenvolgens doorgebracht in Japan, China, de Verenigde Staten, Laos, Birma en Bangladesh. Op haar 17e komt ze naar België (haar familie is afkomstig uit Habay) om Romaanse filologie te studeren aan de Vrije Universiteit van Brussel.

Nadien keert Nothomb terug naar Tokio, waar ze tolk Japans wordt bij een grote Japanse onderneming, maar het wordt geen succes. De onaangename en bizarre ervaringen die ze in haar baan opdoet, schrijft ze van zich af in haar roman Stupeur et tremblements (1999), waarvoor ze de Grand Prix de l'Académie française ontvangt en die haar internationale bekendheid oplevert. De constant veranderende omgevingen uit haar kinderjaren drukken hun stempel op Nothomb en haar oeuvre. Men zou kunnen spreken van een soort vervreemding, die in haar romans doorklinkt. De verhalen van Nothomb zijn vaak kort en fantasievol en lijken op sprookjes, maar dan met een duistere en ironische ondertoon. Haar stijl, woordkeuze, onderwerpen en voortdurende zelfspot zijn haar handelsmerken.

Vanaf haar debuut in 1992 publiceert ze exact één roman per jaar. Ze zegt vaak dat Habay-la-Neuve, het kasteel van de Pont d’Oye en bij uitbreiding heel Belgisch Luxemburg, op de één of andere manier altijd aanwezig zijn in haar boeken.

P… van Alphonse en Adrien de Prémorel

Alphonse de Prémorel (1799-1888) was een echte ambassadeur van de Ardennen en de eerste schrijver die de Semois op literaire wijze bekendheid gaf.

Deze man van de letteren, liefhebber van archeologie en wetenschap, was lid van de « Société royale » voor onderzoek en behoud van Luxemburgse historische monumenten, en ook van de Luxemburgse vereniging voor natuurwetenschappen.

In 1851 publiceerde hij het boek « Un peu de tout à propos de la Semois ». Dit werk is een mengeling van poëzie en humor, maar bevat ook bezienswaardigheden van de streek van de Semois, en een beetje geschiedenis. Het kan beschouwd worden als de eerste toeristische gids over de Ardennen. Alphonse was de overgrootvader van Adrien de Prémorel, de auteur van « Cinq histoires de bêtes pour mes cinq fils » en « Des bêtes, des bois, des fleurs ».

R… van Pierre-Joseph REDOUTE

De beroemde schilder-aquarellist Pierre-Joseph Redouté, werd geboren in Saint-Hubert in 1759, en groeide op in een gezin van schilders. Op 23-jarige leeftijd verliet hij zijn geboortestad om in Parijs bij zijn broer Antoine-Ferdinand te gaan wonen, die daar decorbouwer en interieurontwerper was. Pierre maakte er prenten van planten en bloemen voor de meest beroemde botanisten van die tijd, zoals L’Héritier of Candolles.

Zijn aquarellen van bloemen en planten worden opgesteld in de « Jardin des plantes », wat later het « Musée Histoire Naturelle » werd. Redouté was ondermeer in dienst bij koningin Marie-Antoinette, keizerin Joséphine, vrouw van Napoleon I, en Louise-Marie van Orleans, de eerste koningin van België, getrouwd met Léopold I. Hij werd wereldberoemd met zijn aquarellen van bloemen, meestal rozen. Ondanks zijn bekendheid, overleed Pierre-Joseph Redouté in 1840 in armoede en met schulden. Zijn lichaam rust op de begraafplaats van Père Lachaise in Parijs.

S… van STTELLLA

Jean-Luc Fonck werd geboren op 9 maart 1957 in Arlon. Deze zanger-humorist is het meest bekende lid van de groep Sttellla. Jean-Luc is specialist in absurde humor, een theater- en radioman, heel geliefd in Franstalig België. Hij schreef ook « Histoires à dormir debout ».

S...van Jean-Claude SERVAIS

Jean-Claude Servais is een bekend scenarist en tekenaar van stripverhalen, geboren op 22 september 1956. Na zijn grafische studies aan het Saint-Luc instituut in Luik, lanceerde deze inwoner van Jamoigne zich als striptekenaar.

. In 1975 publiceerde hij zijn eerste tekeningen onder het pseudoniem Jicé in het stripmagazine Spirou.

In 1980 begint hij aan een reeks korte verhalen rond magie en toverkunst, die worden gebundeld in het album "La Thalette". Sindsdien realiseert hij prachtige stripboeken met bijna geheel authentieke verhalen die zich zo goed als allemaal afspelen in de Gaume en de Belgische Ardennen, een streek die hem nauw aan het hart ligt.

T… van THEROIGNE de Méricourt

Premier enfant d’Elisabeth Lahaye et de Pierre Terwagne, paysans, Anne-Josèphe Théroigne de Méricourt est née le 13 août 1762 à Marcourt, sur les hauteurs de la vallée de l'Ourthe non loin de La Roche et Rendeux. Tantôt vachère, servante, dame de compagnie d’une femme du monde, chanteuse, elle multiplie les aventures et vit à Paris, à Londres et en Italie.

C’est au cours d’un séjour à Naples qu’elle apprend la convocation des États généraux en France. De retour à Paris, elle prend le nom de Théroigne de Méricourt et participe à la prise de la Bastille. Le 5 octobre 1789, armée jusqu’aux dents, elle se retrouve à la tête du cortège qui va chercher le roi Louis XVI au château de Versailles et présenter les revendications du peuple à la reine Marie-Antoinette. On dit qu’elle aurait alors servi de modèle au peintre Eugène Delacroix pour son tableau La Liberté guidant le peuple.

Surnommée « l’Amazone rouge », « la Belle Liégeoise » ou « la furie de la Gironde », elle tient un salon et crée le « Club des Amis de la loi ». En 1790, endettée et prise pour cible par la presse, elle rentre en Belgique. Du 15 au 16 février 1791, elle est arrêtée pour avoir voulu assassiner Marie-Antoinette.

Neuf mois plus tard, elle est libérée et retourne à Paris. Elle rejoint ensuite les Jacobins. Républicaine et féministe, elle s’affirme contre les royalistes et contre la bourgeoisie. Favorable à la guerre au printemps 1792, elle tente de créer une « phalange d'amazones » et participe activement à l'invasion du palais des Tuileries où elle ameute la foule contre le pamphlétaire Suleau.

En mai 1793, à l’Assemblée nationale, soupçonnées par des mégères jacobines de soutenir le chef de file des Girondins, elle est dénudée et fouettée publiquement. Sauvée par Jean-Paul Marat, elle ne s’en remettra jamais. Elle sombre alors dans la folie et son frère Nicolas Joseph décide de l’interner. C’est la Maison des Folles du Faubourg Saint Martin, plusieurs asiles et finalement celui de la Salpétrière où elle restera finalement vingt-trois ans. Elle y meurt le 23 juin 1817. Sa vie a fait d’elle une des premières féministes de l’histoire et inspira Charles Baudelaire, Philippe Séguy et un opéra.